Niets vermoedend, maar enigszins ongerust belde ik Jan terug, die mij meerdere keren had proberen te bereiken. Ik zat in Gent. Er is iets met ma… Maar nee, hij zei toch echt: er is iets met pa. Je bleek ingestort bij een spelletje rummikup waarbij je ma altijd hielp; je deed niets toen je aan de beurt was. Je bent gereanimeerd en met ambulance naar het ziekenhuis vervoert. Daar kwam Ronald bij je. Al snel bleek dat er een bloedprop zat bij je hersenstam, op een onmogelijk te opereren plek. We moesten je laten gaan. Ik ben in de auto gesprongen en met ma naar je toe gekomen. Je lag al in coma. Die nacht bleef ik bij jou slapen. Een vreemde gewaarwording, want het leek of je sliep en toch… er werd goed gekeken of je comfortabel lag en dat was ook zo, op een enkele onrustige beweging na en een gorgelend geluid vanwege vocht in je keel. Je kreeg voorzichtig wat morfine. De volgende ochtend werd ik afgelost door Jan en Ronald om naar mama te gaan. Samen namen we na haar middagrust een rolstoeltaxi. De zon scheen. Onderweg kreeg ik een telefoontje van Jan dat je was gegaan. Rene was net geland uit Mexico… Het jaar ervoor toen ik vijftig werd kwam je onverwachts het Begijnhof inlopen met Jan. Dat was voor mij een totale verrassing… nu deed je het weer, ons verrassen. Maar deze keer was het verre van aangenaam...
Dank je, pap * 19-09-1936 10-12-2020
✝
(1/2)
Op de volgende pagina staat mijn lied dat ik schreef voor jou en zong tijdens de mis.
>